Dyslexie

Leer dyslexie beter kennen en start de ondersteuning meteen op!

EUREKA3-4-25_1

Infofiche

Leerlingen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling. De fouten die zij maken, lijken op verstrooidheidsfouten.

Bijvoorbeeld: ‘kineren’ in plaats van ‘kinderen’ schrijven. Zij lezen hun vragen dikwijls verkeerd en antwoorden dan ook fout of onvolledig. Bij vreemde talen geeft dit heel wat problemen.

Mogelijke zwakke kanten

Aandacht en concentratie
▢ Concentratieproblemen.
▢ Verhoogde afleidbaarheid.
▢ Vergeetachtigheid en verstrooidheid.

Oriëntatie in tijd en ruimte
▢ Moeilijk kloklezen.
▢ Zwak gevoel voor tijd en ordening in tijd.
▢ Weg vinden, begrippen links, rechts, voor, na, boven en onder zijn moeilijk.

Motorische vaardigheden
▢ Moeizaam en moeilijk leesbaar geschrift.
▢ Onhandigheid.

Geheugen 
▢ Problemen met onthouden van losse, op zichzelf staande gegevens.
▢ Problemen met complexe opdrachten.
▢ Afspraken en spullen vergeten.

Sociale vaardigheden
▢ Weinig zelfvertrouwen, emotionele of sociale problemen, gedragsproblemen.

Mogelijke sterke kanten

Geheugen
▢ Uitstekend lange termijngeheugen als het gaat om ervaringen, locaties en gezichten.

Creatief problemen oplossen
▢ Aspecten van een probleem tegelijk zien.
▢ Levendige verbeelding.
▢ Creatief in het bedenken van oplossingen.
▢ Aanleg voor kunst, drama, muziek, sport, verhalen vertellen, verkopen, zaken doen, ontwerpen, bouw of techniek.

Visueel-analytische vaardigheden
▢ Snel zien hoe iets (bijvoorbeeld een gebouw of een wiskundig probleem) is opgebouwd, hoe het in elkaar zit.
▢ Een groot geheel makkelijk opsplitsen in de delen waaruit het is opgebouwd.

Ruimtelijke vaardigheden
▢ Sterk in driedimensionaal denken (een voorwerp dat ze maar van één kant zien, als het ware in hun hoofd van alle kanten bekijken).

Sociale vaardigheden
▢ Begrip voor problemen van anderen.
▢ Groot doorzettingsvermogen.

Do’s

Accepteren
 Aanvaard dat de leerling een probleem heeft en toon je begrip. Laat voelen dat je gelooft in de leerling. 

Stimuleren en begeleiding
 Motiveer en leg nadruk op talenten!
 Structureer de leerstof en het leergedrag.
 Leer kernwoorden markeren. Vat de hoofdzaken samen.
 Gebruik heldere taal en geef duidelijke opdrachten!
 Varieer in visuele, motorische, auditieve aanbieding.
 Doe aan ‘preteaching’.
 Leer de leerling ‘hulp’ te vragen.
 Controleer regelmatig de agenda.
 Gebruik overzichtelijke teksten (let op contrast, lettertype en interlinie, duidelijke alinea’s, besluit bovenaan en op één pagina).
 Stimuleer ‘herhalen’. (Spreiden bvb. woordenschat leren in agenda over verschillende dagen).
 Gebruik bij woorden en teksten afbeeldingen of tekeningen.

Compenseren
 Sta alle hulpmiddelen toe die de ‘zelfredzaamheid’ vergroten. Laptop, rekenmachine, strategiekaarten.
 Stimuleer gebruik van software en overhoorprogramma’s.
 Woordenboeken op cd-rom gebruiken.
 Leer werken met tekstverwerking en spellingcontrole.
 Geef meer tijd (min. 30%) bij toetsen.
 Lees opdrachten voor, overhoor mondeling.
 Schema’s en geheugensteuntjes bieden.
 Bied instructie stap voor stap aan.
 Vraag ingesproken boeken (= ADIBoeken).

Dispenseren (vrijstellen)
 Geef vrijstelling van bepaalde eisen, bijvoorbeeld: ‘geen spellingfouten tellen’.
 Laat minder oefeningen maken.

Don’ts

Begeleiding en aanpak
 Spellingfouten aanrekenen.
 Veel tekst laten overschrijven van het bord.
 Onvoorbereid hardop laten lezen.
 Meerdere opdrachten tegelijk geven.
 Lange schrijfopdrachten geven.
 Grote toetsen kort van tevoren aankondigen.
 Alleen schriftelijk overhoren.
 Dictees laten meedoen ver boven het niveau.
 Toetsen laten leren uit schriften of nota’s die niet gecorrigeerd zijn.

Taalgebruik
 Lange en complexe instructies geven.
 De leerstof alleen uitleggen in de vreemde taal. Zo weet de leerling gegarandeerd niet wat hij moet kennen.
 Zeggen of schrijven: ‘Je hebt niet geleerd’. Wel: vraag hoe hij of zij iets gedaan of geleerd heeft.

Gedrag
 Zware sancties stellen als de leerling te laat komt of iets vergeten is.
 Verwachten dat de leerling zelfstandig kan plannen.
 De leerling vergelijken met zijn klasgenoten.

Materiaal
 Teksten met onoverzichtelijke lay-out.
 Een onduidelijke kopie geven.
 Geschreven opgaven of toetsen. Wel: ‘getypt en overzichtelijk’.
 Cursus met veel losse bladen en in verschillende mappen.

Dyslexie uitgelegd

Bij dyslexie gaat lezen, spellen en soms ook het schrijven traag, met veel fouten en/of te moeizaam. Dit valt op als je vergelijkt met leerlingen met een vergelijkbare intelligentie en leeftijd. 

Dyslexie betekent: het lezen gaat niet vanzelf. 
Dys = het gaat niet vanzelf, beperkt.
Lexis = lezen en taal.

Wanneer heb je dyslexie? Samengevat:
Het probleem is hardnekkig: ook al heb je het opnieuw en opnieuw en opnieuw geprobeerd, het lezen blijft moeizaam.
Opvallende achterstand: het lezen/spellen gaat opvallend slechter dan andere taken/vaardigheden.
Niet te verklaren: de achterstand komt niet door bijvoorbeeld langdurig ziek te zijn.

Je kan de woorden niet vlot lezen, dit omdat het technisch lezen moeilijk gaat. Doordat je de woorden niet vlot kan lezen krijg je het begrip en de betekenis van de tekst niet binnen. Met compenserende hulpmiddelen zoals een computer kan je al ongelooflijk veel talenten stimuleren. Dit doordat het mankement het moeilijk lezen kan opvangen.

Vakken die problemen kunnen geven

Nederlands: lezen en spelling, traag overschrijven, overschrijffouten.
Wiskunde: tafels en eenvoudige bewerkingen, onthouden van wiskundige termen, verwarren van tekens, omkeringen bij overschrijven en lezen getallen.
Vreemde talen: leren lezen en schrijven van vreemde talen, spraakkunst.
Aardrijkskunde: kaart lezen, topografie, onthouden van aardrijkskundige namen.
Geschiedenis: onthouden van data, historische gebeurtenissen, geschiedkundige namen.
Andere vakken: onthouden van contextloze feiten, onthouden van formules.

Nuttige links

Lezen zoals op Eureka

Opleiding lezen
Begrijpend lezen stimuleren 

Langdurige opleiding:
Taalcoach

Voorleessoftware en digitale schoolboeken:
Eureka ADIBib

Spellen zoals op Eureka

Opleiding spelling en taal:
1ste tot 3de leerjaar
Werken aan spelling & taal

Publicaties:
Als Spelling een Kwelling Is:
Deel 1 of Deel 2
bijhorende werkboeken

Online cursus:
Verenkelen en verdubbelen met de dokola-regel

Veelgestelde vragen

Een ouder is in de eerste plaats ouder en geen leerkracht. Tijd maken om samen te ontspannen en de ouder–kind-relatie te bevorderen is dus de boodschap.

Probeer zelf zoveel mogelijk te weten te komen over de leerstoornis. Dit kan door er veel over te lezen of contacten te leggen met andere ouders met gelijkaardige ervaringen.

Zorg dat je kind een goede uitleg krijgt over wat hun leerstoornis nu juist is, zonder het te problematiseren.  Bespreek met het kind mogelijke ondersteuningsmaatregelen. Een kind dat wel goed in zijn vel zit, zal meer zelfvertrouwen hebben.

Zorg voor goede contacten met de school en het CLB, ga mee in constructief overleg.

Indien er toch problemen zijn, kan je ook de raad en de steun vragen aan organisaties als:

Is je kind jonger dan veertien jaar en herken je deze kenmerken? Dan kunnen wij je mogelijks ondersteunen.

Ons diagnostisch centrum is gespecialiseerd in het geven van advies met lange termijn impact.

We geven tips & tricks die je meteen kan inzetten en geven een realistisch kader rond wat je kind kan en/of niet kan.

Eureka is al meer dan 30 jaar dé expert in leerstoornissen. Iedereen kan rekenen op de ondersteuning van Eureka via diverse producten en diensten.
Als leerkracht ondersteunen we je door gerichte vorming en het aanbieden van effectieve leerstrategieën.
Als logopedist bieden wij je praktijkgerichte vorming, Multi sensoriële methodieken en ondersteunende e-learning aan.
Als ouder kan je bij ons terecht voor diagnose, advies, vakantiecursussen, onderwijs op maat en leer- en hulpmiddelen.

Doelgroep
Leeftijden
Vakken
Thema's
Thema's
Bekijk uw winkelmandje
0
Voeg een kortingscode toe
Subtotaal