Terug

Leerzorg

0% Bekeken
0/0 Onderdelen bekeken
  1. Deel 1: Inleiding

    Doel van deze cursus
  2. Wat biedt de map Leerzorg?
  3. Video leerzorg: praktijkvoorbeelden vanuit Eureka
  4. Deel 2: Maatwerk op klas- en school niveau
    Binnenklasdifferentiatie en integrale leerlingzorg in de klas - Didactische fiches
    22 Onderdelen
  5. Een klasondersteunende aanpak voor leerlingen met structuurzwakte - Structuurgroepen
    11 Onderdelen
  6. Thuis leren en studeren - Technieken, vaardigheden en tips voor leerlingen en ouders
    16 Onderdelen
  7. Iedereen gelijk? Tips om positieve discriminatie te hanteren
  8. Deel 3: Maatwerk op individueel niveau
    Leerstoornissen herkennen en aanpakken - Do's en don'ts
    9 Onderdelen
  9. Een ruimere kijk op de bijkomende problemen - Leren en leven met leerstoornissen
    10 Onderdelen
  10. Vragenlijsten als basis voor diagnostiek en handelingsplan
    8 Onderdelen
Les Progress
0% Bekeken

DIFFERENTIATIE/LEERSTOF

Klassituatie
De leerlingen maken zelfstandig oefeningen.

  1. De leerlingen wisselen per twee schriften uit en vergelijken oplossingen.
    Zij bespreken samen wie het juist heeft en waarom. De leerkracht biedt hulp.
  2. De leerlingen controleren elkaars oplossingen en bieden hulp bij het
    verbeteren. De coach (zie: ‘Vooraf’) legt uit wat fout is.
  3. De leerkracht verbetert de oefeningen van de twee snelste leerlingen.
    De leerlingen gaan mee rond en verbeteren bij medeleerlingen.

De leerlingen geven elkaar uitleg en hulp over een basistechniek.

  1. De leerkracht legt een techniek uit aan het bord,
    bijvoorbeeld: een constructie met passer.
  2. De leerlingen voeren de techniek uit samen met de leerkracht.
  3. De leerlingen voeren de techniek meteen uit als toets.
  4. De leerlingen die de norm halen geven extra uitleg aan leerlingen
    die de norm niet halen.
  5. De leerlingen oefenen tot ze de norm halen.

Een sterke leerling coacht een zwakke leerling over verschillende lessen heen.

  1. Een leerling blijkt opvallende problemen te hebben met een vak.
  2. Een leerling die toe is aan verrijking springt in als permanente coach.

Snelle leerlingen hebben verrijkingstaken met correctiemodellen.

  1. Zij werken per twee een reeks oefeningen af en verbeteren door vergelijking.
  2. Zij bespreken de verschillen en zoeken naar de juiste oplossing.
  3. Zij controleren met de correctiesleutel.
  4. De leerkracht geeft ondertussen les aan de rest van de klas.

Voordelen

  • De leerkracht heeft meer (didactische) tijd voor leerlingen die hulp en aandacht nodig hebben.
  • Leerlingen krijgen meer individuele hulp en uitleg.
  • Leerlingen blijven actiever.
  • Leerlingen met nood aan uitdaging hebben meer gevarieerde taken.
  • Er kan sneller met niveaugroepen en differentiatie gewerkt worden.
  • Leerlingen leren zelfstandiger werken.
  • Coachen betekent ook bewuster omgaan met leerstof.
  • De basiskennis is beter gekend en beklijft beter.
  • Op sociaal gebied is dit voor de leerlingen ook een enorme verrijking.

Nadelen

  • De klas is rumoeriger.
  • De leerkracht verliest sneller het overzicht.
  • Enkel mogelijk bij goed afgebakende lesonderdelen.

Materiaal

  • correctiesleutels
  • duidelijk bepaalde doelstellingen over de leerstof die de leerlingen moeten kennen
  • differentiatieleerstof en verrijkingstaken

Vooraf

  • Leerlingen leren wat coachen betekent:
    • De medeleerling hulp geven om een deel leerstof te kennen.
    • De medeleerling uitleg geven bij een techniek of oefening.
  • Afspraken maken over coaching:
    • waar? moet het in hetzelfde klaslokaal?
    • hoe? mag er gepraat worden? hoe luid? hoe lang?
    • wat als leerling niet met coach wil samenwerken?
    • mogen groepjes gewisseld worden?

Opmerking

Zwakkere leerlingen treden ook soms op als begeleider, bijvoorbeeld bij het controleren van de agenda en als medeleerlingen elkaar ondervragen. Niet elke snelle leerling is een goede coach. Die leerlingen ‘weten’ soms gewoon de oplossing en kunnen niet goed uitleggen hoe ze daartoe gekomen
zijn.