Redelijke aanpassingen zijn er in verschillende vormen en maten. Vaak is het zo dat een kleine aanpassing al snel een groot effect kan hebben. Aanpassingen kunnen specifiek voor een leerling zijn, maar ook klasbreed ingezet worden. In de volgende paragrafen gaan we dieper in op een aantal voorbeelden van redelijke aanpassingen.
- In de klas en beschikbaar voor wie het wil
- Structuur in de tijd met bijv. magnetische kaarten voor dagstructuur, …
- Structuur in de ruimte zoals prikkelarme werkplekken, opbergmodules voor leerlingen met dyspraxie of structuurzwakte, …
- Prikkelbeperkingen in nabijheid bijv. een plaats verder weg en alleen, geluid bijv. gehoorbeschermer, in het zien bijv. lege muren of beperkingen van wat er ophangt, in de geuren bijv. voldoende verluchting, op de speelplaats bijv. een rustige hoek met meer toezicht, …
- Onthoudschema’s, opzoekboekjes voor taal en rekenen die voor de hele school of graad gelijk zijn, … Wij noemen deze boekjes ‘ZOEK OP–mappen’.
- Voor een kind met een specifieke leernood
- Bij achterstand in lezen van zodra zelfstandig lezen van opdrachten niet voldoende lukt: ADIBoeken, voorleessoftware, Luisterboeken, …
- Bij achterstand in spelling of geschrift wanneer na voldoende remediëring de spelling of het geschrift een grote uitdaging blijft: dicteerfunctie, spellingcontrole, grammaticacontrole, fluistertelefoon die maakt dat je jezelf bij dictee beter hoort, …
- Bij achterstand in taal en taalbegrip: zelfde hulpmiddelen als achterstand in lezen, Google Afbeeldingen om de betekenis van woorden te begrijpen eerder dan woordenboek, …
- Bij achterstand in rekenen wanneer hoofdrekenen een beperking vormt bij andere rekendomeinen: beperkte zakrekenmachine in het eerste jaar secundair, complexe rekenmachine met breuken en procenten al vanaf het 4de leerjaar leren gebruiken als vorm van zelfcontrole, tafelkaart of productenblad, …
- Bij achterstand in rekenen door een te zwak geheugen: onthoudschema’s, formularium, ZOEK OP REKENEN of algebra en/of meetkunde die blijvend gebruikt mogen worden.
- Bij achterstand in vreemde talen waardoor leerwinst uitblijft: digitaal woordenboek, digitale vertaling, Google Afbeeldingen om de betekenis van een zin te begrijpen, digitaal oefenprogramma voor woordjes, …
- Drukke kinderen die veel wiebelen of lawaai maken: wiebelkussen, draaistoel, extra loopbeurten, aparte zithoek om rust te vinden, koptelefoon met noise cancelling of gehoorbeschermer, …
- Structuurzwakke kinderen: klasseerbox in plaats van diverse mapjes, aparte meetkundeset die in de klas blijft bij de leerkracht, gom-pen, grote doos voor schrijfmateriaal zonder sluiting of deksel, horloge met alarmen, …
- Specifieke hulpmiddelen: aangepaste laptopmuis, eigen laptop die handiger is in gebruik en meer structuur kan bieden dan de klas-laptop, mappenindeling op computer, printer in elke klas, hoofdtelefoon met noise cancelling.