Terug

Leerzorg

0% Bekeken
0/0 Onderdelen bekeken
  1. Deel 1: Inleiding

    Doel van deze cursus
  2. Wat biedt de map Leerzorg?
  3. Video leerzorg: praktijkvoorbeelden vanuit Eureka
  4. Deel 2: Maatwerk op klas- en school niveau
    Binnenklasdifferentiatie en integrale leerlingzorg in de klas - Didactische fiches
    22 Onderdelen
  5. Een klasondersteunende aanpak voor leerlingen met structuurzwakte - Structuurgroepen
    11 Onderdelen
  6. Thuis leren en studeren - Technieken, vaardigheden en tips voor leerlingen en ouders
    16 Onderdelen
  7. Iedereen gelijk? Tips om positieve discriminatie te hanteren
  8. Deel 3: Maatwerk op individueel niveau
    Leerstoornissen herkennen en aanpakken - Do's en don'ts
    9 Onderdelen
  9. Een ruimere kijk op de bijkomende problemen - Leren en leven met leerstoornissen
    10 Onderdelen
  10. Vragenlijsten als basis voor diagnostiek en handelingsplan
    8 Onderdelen
Les Progress
0% Bekeken

WERKWIJZE

Herhaling vorige sessie
Herhaal de belangrijkste kenmerken van structuurzwakte uit de vorige sessie.
Vraag of er sinds de vorige sessie dingen zijn gebeurd omwille van hun structuurzwakte. Laat de jongeren voorbeelden geven van zichzelf en ook van elkaar.
Bijvoorbeeld:

  • In de klas: Antwoord door de klas roepen. Met je gedachten niet bij de les zijn, maar weer met iets aan het prullen zijn. Oefeningen verkeerd maken omdat je niet naar de volledige opdracht hebt geluisterd.
  • Op de speelplaats: Ruzie omdat je de bal gewoon hebt afgepakt en het niet hebt gevraagd. Je mocht niet meer meespelen omdat je niet op je beurt kon wachten. Thuis: Je hebt weer veel gemorst. Je hebt het knutselwerkje van broer of zus stuk gemaakt.

De jongeren zullen vooral negatieve dingen opsommen.

Positieve eigenschappen benoemen
Vraag aan de jongeren waar ze wel goed in zijn.
Deze jongeren kunnen hier haast niet op antwoorden.
Geef daarom zelf voorbeelden van positieve eigenschappen:

  • Creatief zijn, massa’s ideeën hebben.
  • Zich met een enorm enthousiasme op iets storten.
  • Goed kunnen entertainen.
  • Veel kracht en een groot uithoudingsvermogen hebben.
  • Vlot contact met andere mensen nemen.

Vraag of zij die eigenschappen bij zichzelf herkennen.
Bijvoorbeeld:

  • Ben jij verlegen om in een winkel te vragen waar iets ligt als je het niet vindt?
  • Moet jij lang nadenken voordat je een idee hebt voor een opstel of een tekening?
  • Ben je veel sneller moe dan anderen tijdens een wandeling, een spel of tijdens sportactiviteiten?

Zichzelf leren kennen met sterke en zwakke kanten
De jongeren hebben het er vaak moeilijk mee om van zichzelf te zeggen waar ze goed in zijn. Daarom kan een vragenlijst helpen om over de verschillende dingen na te denken.
De leerlingen vullen de lijst in om zichzelf te beoordelen (zie bijlage). Dan zetten ze hun score uit op het diagram. Zo leren ze zichzelf kennen.

Bespreking van de zelfbeoordelingschaal
Laat de leerlingen vertellen wat hun sterkste en hun zwakste kanten zijn.
Bespreek de positieve gevolgen van hun sterke kanten (voor zichzelf en voor anderen).
Bijvoorbeeld: ‘Snel nieuwe contacten leggen. Je geeft anderen dadelijk het gevoel dat zij de moeite waard zijn om kennis mee te maken.’

VOORDELEN
De leerlingen leren zichzelf ook positief kennen.

NADELEN
Sommige leerlingen zullen de negatieve eigenschappen als vast en blijvend beschouwen. Er zijn nu eenmaal dingen waar ze slecht in zijn!

MATERIAAL
Zelfbeoordelingsschaal (zie bijlage)