Inhoudstafel
1 Regelmatige en onregelmatige werkwoorden vervoegen 5
1.1 Regelmatige werkwoorden 5
1.2 Acht heel frequente onregelmatige werkwoorden 6
1.3 Onregelmatige werkwoorden met drie stammen 6
2 Werkwoorden op -ER algemene regels 7
3 De ontkenning met ‘ne … pas’ en het lidwoord 8
3.1 Ontkenning 8
3.2 Regels: Het lidwoord na ‘ne … pas’ 9
3.3 Andere woorden om te ontkennen 12
3.4 Voorbereiding toets ontkenning bij het werkwoord 13
3.5 Toets ontkenning bij het werkwoord 15
4 Werkwoorden op -ER met speciale spellingregels 17
4.1 Regels voor een doffe uitgang: -e, -es, -e, -ent 17
4.2 De vervoeging van appeler en jeter 17
4.3 De vervoeging van e..er en y..er model acheter en payer 18
5 Basiskennis onregelmatige werkwoorden: être, avoir, aller, faire 19
5.1 Basisvervoeging in context 19
5.2 Gemengde oefeningen être, avoir, aller, faire 25
5.3 Verdieping être en avoir 27
5.4 Être, avoir, aller, faire: modeltoets. 30
6 Partir, model op -IR 32
7 Perdre, model op -DRE 35
7.1 Werkwoorden volgens het model perdre 35
7.2 De vervoeging van prendre is onregelmatig 39
8 Devoir en boire: Luc doit aller au camp 42
8.1 Luc doit aller au camp 42
8.2 Boire naar model van devoir 46
8.3 Pouvoir en vouloir, met de uitgangen X X T 49
8.4 Onregelmatige werkwoorden op ‘oir’ 51
8.5 Tussentijdse toets werkwoorden op ‘OIR’ 52
9 Bevel of impératif 53
9.1 Basisregels 53
9.2 Toets – Bevel of impératif van ww op -ER 55
10 Regelmatige werkwoorden vervoegen oefenen en synthesetoets 56
10.1 Herhaling regelmatige modellen 56
10.2 Synthesetoets werkwoorden 59
11 Frequente onregelmatige werkwoorden 63
11.1 Tenir en venir met de uitgangen S S T 63
11.2 Onregelmatige werkwoorden met 1 of 2 stammen 64
11.3 Onregelmatige werkwoorden met 2 of 3 stammen 66
11.4 Oefeningen 68
12 Onthoudfiches 71

Aantal pagina'ss
75
Leeftijd
- Basis Lj 6
 
		