Les 4 of 7

Do’s & Don’ts

DO’S

Voor de communicatie
Trek eerst aandacht
Laat afwerken waarmee hij of zij bezig
Zorg dat het kind je kan zien
 Spreek het kind persoonlijk aan als een klassikale of groepsinstructie niet door hem of haar opgevolgd wordt

Talige communicatie
 Gebruik weinig woorden, korte zinnen
 Geef eenduidige opdrachten
 Vul figuurlijk taalgebruik aan met de letterlijke betekenis ‘Was je handen in het toilet, dus aan de wastafel bij de toiletten.‘ 
 Gebruik concrete taal, dus taal waarbij je een beeld kunt zien 
 Vertraag je communicatiesnelheid
 Geef bedenktijd; indien ze na een tijdje niet reageren, herhaal dan letterlijk je boodschap 

Structuur in communicatie
 Gebruik visuele hulpmiddelen zoals pictogrammen, tekeningen, dagplanning, weekschema … 
 Gebruik stappenplannen en checklijsten voor complexe taken die weerkeren
 Spreek concreet af hoe het kind om hulp vraagt, bijvoorbeeld vinger opsteken, kaart met ‘help’ opsteken … 

Organisatie van klasactiviteiten
 Organiseer individueel werk tijdens groepswerk
 (‘working apart together’-systeem) en/of duidelijke (liefst gevisualiseerde) rolverdeling.
 Geef eigen hoekje voor materiaal
 Plaats in de klas van waaruit overzicht mogelijk is of met weinig prikkels 

Sociale activiteiten/omgeving
 Stel een buddy of een vriendgroep aan
 Bied een afkoelplekje
 Duid persoon aan die de leerling kan aanspreken bij conflicten
 Structureer de speeltijd

DON’TS

Talige communicatie 
 Gebruik geen: 
 Figuurlijk taalgebruik zoals ‘Open je geest!’
 Dubbelzinnig taalgebruik zoals ‘Schitterend!’ terwijl de toets slecht was
 Negatieve boodschappen en verboden zonder duidelijkheid over wat wel moet zoals ‘Stop daarmee!’ (waarmee?)
 Vage, open vragen zoals ‘Waarom doe je dat?’
 Opdrachten in vraagvorm zoals ‘Kan je eens aan het bord komen? (ja, ik kan) 

Communicatie
 Bij conflicten en problemen vragen naar ‘waarom’
 Veel uitleg geven, lange zinnen gebruiken
 Steunen op non-verbale taal om emotie duidelijk te maken zoals boos kijken
 Argumenteren om gelijk te krijgen
 Eindeloos discussiëren 

Organisatie van klasactiviteiten
 Veranderingen zonder duidelijke verwittiging, een sterk wisselende en onvoorspelbare organisatie
 Te veel eigen keuzes en zelfsturend gedrag als projectwerk en hoekenwerk

Sociale activiteiten/omgeving
 Geïmproviseerde sociale activiteiten zonder gestructureerd alternatief
 Veel lawaai, weinig visueel overzicht, te grote fysieke nabijheid van onbekenden
 Groepswerk zonder duidelijke structuur
 Lege en vrije momenten zelf laten invullen zonder hulp bij keuze 
 Steeds meer ingaan op toenemende eisen voor individualisering. Beter is dat de omgeving meer structuur biedt, zodat de leerling meer overzicht krijgt en minder door angst overspoeld wordt.