DO’S
Accepteren
Laat voelen dat je in de leerling gelooft
Neem de zorgen en inbreng van ouders ernstig
Aanvaard dat niet alle hoogbegaafden op dezelfde manier functioneren (verstandelijk, sociaal, emotioneel, enz.)
Luister actief, zelfs als de leerling lijkt door te drammen
Stimuleren en begeleiden
Motiveer en leg nadruk op talenten
Zorg dat de leerling meermaals per dag iets kan leren
Maak duidelijke afspraken over wederzijdse inzet en timing
Bied uitdagende opdrachten en inhouden aan
Leg de lat hoog en maak bij de evaluatie onderscheid tussen inspanning en resultaat
Leer ‘doorzetten’
Moeilijke opdrachten en ‘veel leerstof’ moeten af en toe!
Begeleid teleurstelling bij falen. Deze leerling heeft faalervaringen nodig!
Voorzie dat leerlingen af en toe met elkaar kunnen werken (bv. in een kangoeroeklas)
Waardeer de leerling en daag positief uit
Compenseren/dispenseren
Vermijd onnodige instructie
Compact (leerstof op kortere tijd aanbieden, waardoor er ruimte komt voor verdiepen en verbreden)
Verdiep (dieper en anders ingaan op een onderwerp dan de methode doet)
Verbreed (leerstof buiten het reguliere programma aanbieden)
Versnel indien nodig (in versneld tempo laten doorlopen van de schoolperiode)
Beoordeel aanvullende taken en geef feedback
Leren leren
Maak de leerling bewust van de eigen leermethodes en leerstijl. Help die te verbeteren
Check of de leerling ze ook zo toepast
Leer stilstaan bij belangrijke kernwoorden
Leer de leerling hulp vragen
Check of de opdracht gelezen/gehoord en begrepen is
DON’TS
Begeleiding
Uitspraken zoals “Als je dan toch zo slim bent…”
Uitspraken over “de hoogbegaafden”. (Zij verschillen heel sterk onderling én weten dat.)
Redeneringen afdoen als niet ter zake
Levensvragen die de leerling ter sprake brengt uit de weg gaan
Verwachten dat de leerling bewijst dat hij een voorsprong heeft
De spontane ontwikkeling van de leerling afremmen
De leerling buiten de klasgroep plaatsen
Aanpak en begeleiding
Meer van hetzelfde: de leerling herhaling na herhaling laten ondergaan
De leerling niet aan bod laten komen omdat je weet dat hij het toch al kent
Vrijblijvendheid van aanvullend werk
Denken dat versnellen op zich afdoende is
Er van uitgaan dat de beschikbaarheid van uitdagend materiaal alleen voldoende is voor een hoogbegaafde leerling
De leerling als zuiver hulpje inschakelen. wel: bijvoorbeeld als coach van medeleerling Onrealistische verwachtingen stellen (bijvoorbeeld verwachten dat ze al hun problemen zelf kunnen oplossen)
Verwachten dat de leerling op alle vlakken even sterk is
Elk eigen initiatief de kop indrukken
Aanvaarden dat de leerling zich aanpast aan de gemiddelde klasnorm
Gedrag
‘Waarom? Daarom!’ Wel: uitleg geven bij geboden en verboden
De leerling als een lastpak benaderen, hem als storend labelen (dat kan pesten in de hand werken)
De leerling aanmanen ‘gewoon’ te doen