DO’S
Accepteren
moedig de leerling aan als hij/zij het goed doet.
toon dat je het positieve ook opmerkt.
erkenning/begrip tonen.
Communicatie accepteren, ook al is het stuntelig, ook gebaren aanvaarden, communicatie is belangrijker dan taal
Stimuleren en begeleiding
geef korte en duidelijke instructies.
Gebruik korte zinnen
Herhaal voldoende
Duidelijk, eerder traag, goed articulerend en luid genoeg praten
Gebruik ondersteunende gebaren
Spreek alle zintuigen aan (gebruik van kleurcodes, picto’s, schema’s, emotiekaarten)
Controleer of een boodschap overkomt
Maak oogcontact
Geef voldoende tijd om te verwerken wat gezegd wordt
Bij woordvindingsproblemen: omschrijving laten geven, aanvulzinnen gebruiken, eerste letter/klank aanbieden, ‘bedoelde’ en ‘geuite’ woorden tegenover elkaar zetten (overeenkomst in klank, betekenis)
Breng basiswoordenschat aan
geef één opdracht tegelijk
maak oogcontact en geef directe feedback.
Beperk geheugenstof tot het essentiële, gebruik compenserende hulpmiddelen zoals letterkaart, getallenkaart, tafelkaart, klok visualiseren, breuken visualiseren
Leer gevoelens benoemen/help ze benoemen
Kondig verandering aan, eventueel met een pictogram
Leg aan het kind zijn probleem uit, eventueel ook aan andere kinderen (als het kind akkoord is)
Breng structuur aan zoals in een gesprek, in een taak, de dagindeling, ondersteun de structuur visueel
Leer slogans met ritme/rijm (bv. ik leer meer als in controleer)
Wijzerklok leren is gemakkelijker dan digitale (indien van toepassing)
Gebruik meerkeuzevragen
Leer lezen met globaalwoorden (indien van toepassing)
Geef extra tijd voor toetsen
Controleer of de agenda goed ingevuld is
Probeer zoveel mogelijk te visualiseren: moeilijke woorden tekenen, prenten of echte voorwerpen tonen, opdrachten opschrijven, pictogrammen gebruiken, kalender gebruiken, mapje met spellingsregels
Als de leerling het moeilijk heeft met luidop lezen: eerst alleen lezen, dan in kleine groep, dan in de klas
Leer vaste zinsconstructies
Oefen conversatievaardigheden
Stimuleer innerlijke taal (voor-denken, luidop laten denken, halfluid, in zichzelf)
Verwoord je eigen denkproces
Positief hernemen
Stappenplan leren gebruiken met zelfinstructiemethode zoals beertjes van Meichenbaum, Reflecto
Compenseren
laat de computer gebruiken met voorleessoftware en spellingchecker
laat kind een (beeld)woordenboek gebruiken
laat toetsen mondeling toelichten, laat toe dat kind met kernwoorden een antwoord formuleert
geef regelmatig mondelinge evaluatievormen i.p.v. schriftelijke toetsen en opdrachten
DON’TS
Begeleiding en aanpak
Te nadrukkelijk verbeteren wat het kind zegt
Zelfde eisen stellen als aan andere kinderen
Uitlachen
Fouten herhalen
Ironie gebruiken
Veel woordspelletjes gebruiken
Praatstress verhogen door bv. veel directe vragen te stellen
Veel geheugenstof geven (bv. lange gedichten)
Onverwachts individueel luidop laten lezen
Veel informatie tegelijk geven
Lange instructies geven
Alle spellingsfouten aanrekenen
Bekijk de veelgestelde vragen voor meer tips!