DO’S
Accepteren
Aanvaard dat de leerling een probleem heeft en toon je begrip. Laat voelen dat je gelooft in de leerling.
Stimuleren en begeleiding
Motiveer en leg nadruk op talenten!
Structureer de leerstof en het leergedrag
Leer kernwoorden markeren, vat de hoofdzaken samen
Gebruik heldere taal en geef duidelijke opdrachten!
Varieer in visuele, motorische, auditieve aanbieding
Doe aan ‘preteaching’
Leer de leerling ‘hulp’ te vragen
Controleer regelmatig de agenda
Gebruik overzichtelijke teksten (let op contrast, lettertype en interlinie, duidelijke alinea’s, besluit bovenaan en op één pagina)
Stimuleer ‘herhalen’ (Spreid bv. woordenschat leren in agenda over verschillende dagen)
Gebruik bij woorden en teksten afbeeldingen of tekeningen
Compenseren
Sta alle hulpmiddelen toe die de ‘zelfredzaamheid’ vergroten: laptop, rekenmachine, strategiekaarten
Stimuleer gebruik van software en overhoorprogramma’s
Digitale woordenboeken
Leer werken met tekstverwerking en spellingcontrole
Geef meer tijd (min. 30%) bij toetsen
Lees opdrachten voor, overhoor mondeling
Schema’s en geheugensteuntjes bieden
Bied instructie stap voor stap aan
Vraag ingesproken boeken = ADIBoeken
Dispenseren (vrijstellen):
Geef vrijstelling van bepaalde eisen, bijvoorbeeld: ‘geen spellingfouten tellen’
Laat minder oefeningen maken
DON’TS
Begeleiding en aanpak
Spellingfouten aanrekenen
Veel tekst laten overschrijven van het bord
Onvoorbereid hardop laten lezen
Meerdere opdrachten tegelijk geven
Lange schrijfopdrachten geven
Grote toetsen kort van tevoren aankondigen
Alleen schriftelijk overhoren
Dictees laten meedoen ver boven het niveau
Toetsen laten leren uit schriften of nota’s die niet gecorrigeerd zijn
Taalgebruik
Lange en complexe instructies geven
De leerstof alleen uitleggen in de vreemde taal. Zo weet de leerling gegarandeerd niet wat hij moet kennen
Zeggen of schrijven: ‘Je hebt niet geleerd’. Wel: ‘Vraag hoe hij of zij iets gedaan of geleerd heeft’
Gedrag
Zware sancties stellen als de leerling te laat komt of iets vergeten is
Verwachten dat de leerling zelfstandig kan plannen
De leerling vergelijken met zijn klasgenoten
Materiaal
Teksten met onoverzichtelijke lay-out
Een onduidelijke kopie geven
Geschreven opgaven of toetsen. Wel: ‘getypt en overzichtelijk’
Cursus op veel losse bladen en in verschillende mappen