Les 4 of 7

Do’s & Don’ts

DO’S

Accepteren
Aanvaard dat de leerling een probleem heeft en toon je begrip. Laat voelen dat je gelooft in de leerling. 

Stimuleren en begeleiding
 Motiveer en leg nadruk op talenten!
 Structureer de leerstof en het leergedrag
 Leer kernwoorden markeren, vat de hoofdzaken samen
 Gebruik heldere taal en geef duidelijke opdrachten!
 Varieer in visuele, motorische, auditieve aanbieding
 Doe aan ‘preteaching’
 Leer de leerling ‘hulp’ te vragen
 Controleer regelmatig de agenda
 Gebruik overzichtelijke teksten (let op contrast, lettertype en interlinie, duidelijke alinea’s, besluit bovenaan en op één pagina)
 Stimuleer ‘herhalen’ (Spreid bv. woordenschat leren in agenda over verschillende dagen)
 Gebruik bij woorden en teksten afbeeldingen of tekeningen

Compenseren
 Sta alle hulpmiddelen toe die de ‘zelfredzaamheid’ vergroten: laptop, rekenmachine, strategiekaarten
 Stimuleer gebruik van software en overhoorprogramma’s
 Digitale woordenboeken
 Leer werken met tekstverwerking en spellingcontrole
 Geef meer tijd (min. 30%) bij toetsen
 Lees opdrachten voor, overhoor mondeling
 Schema’s en geheugensteuntjes bieden
 Bied instructie stap voor stap aan
 Vraag ingesproken boeken = ADIBoeken

Dispenseren (vrijstellen):
 Geef vrijstelling van bepaalde eisen, bijvoorbeeld: ‘geen spellingfouten tellen’
 Laat minder oefeningen maken

DON’TS

Begeleiding en aanpak
Spellingfouten aanrekenen
 Veel tekst laten overschrijven van het bord
 Onvoorbereid hardop laten lezen
 Meerdere opdrachten tegelijk geven
 Lange schrijfopdrachten geven
 Grote toetsen kort van tevoren aankondigen
 Alleen schriftelijk overhoren
 Dictees laten meedoen ver boven het niveau
 Toetsen laten leren uit schriften of nota’s die niet gecorrigeerd zijn

Taalgebruik
 Lange en complexe instructies geven
 De leerstof alleen uitleggen in de vreemde taal. Zo weet de leerling gegarandeerd niet wat hij moet kennen
 Zeggen of schrijven: ‘Je hebt niet geleerd’. Wel: ‘Vraag hoe hij of zij iets gedaan of geleerd heeft’

Gedrag
 Zware sancties stellen als de leerling te laat komt of iets vergeten is
 Verwachten dat de leerling zelfstandig kan plannen
 De leerling vergelijken met zijn klasgenoten

Materiaal
 Teksten met onoverzichtelijke lay-out
 Een onduidelijke kopie geven
 Geschreven opgaven of toetsen. Wel: ‘getypt en overzichtelijk’ 
 Cursus op veel losse bladen en in verschillende mappen