Wat is dyspraxie/DCD?

Leer dyspraxie/DCD beter kennen en start de ondersteuning meteen op!

  • Oefen op lezen, spellen en schrijven of gebruik digitale leermiddelen met CleverKids!
  • Onderzoek, diagnose, maar vooral aanpak. Ontdek ons diagnostisch centrum.
  • Heeft je kind dyspraxie en zoek je gespecialiseerd onderwijs, ontdek dan Eureka Onderwijs.
  • Laat je kind een vakantiecursus volgen.
  • De computer inzetten om leren leren te bevorderen? Ontdek onze thuiscursus (coming soon).

Infofiche

Leerlingen met ontwikkelingsdyspraxie (DCD – coördinatie-ontwikkelingsstoornis) hebben opvallende en blijvende moeilijkheden met (fijne en grove) motorische vaardigheden. Verder hebben ze een moeizaam en moeilijk leesbaar geschrift en ondervinden ze moeilijkheden bij het turnen en balspelen. Daarnaast komen ze onhandig over, knoeien ze met eten en zijn ze langzaam bij omkleden. Ze hebben ook moeite met hun evenwicht en hun reactievermogen.

Mogelijke zwakke kanten

aandacht en concentratie
â–¢ verhoogde afleidbaarheid

oriëntatie in tijd en ruimte
â–¢ moeilijk kloklezen
â–¢ zwak gevoel voor tijd en ordening in tijd
â–¢ weg vinden, begrippen links, rechts, voor, na, boven en onder zijn moeilijk

visueel ruimtelijke vaardigheden 
â–¢ moeite met constructies
▢ zwak in ‘driedimensionaal’ voorstellen

orde en structuur
â–¢ moeilijkheden om taken te plannen
â–¢ agenda onvolledig ingevuld

geheugen
â–¢ problemen met onthouden van losse, op zichzelf staande gegevens
â–¢ problemen met complexe opdrachten
â–¢ afspraken en spullen vergeten

spreken
▢ soms problemen met articulatie, bepaalde lettervolgorde en vloeiendheid bij het spreken 

sociale vaardigheden
â–¢ soms onvolwassen gedrag en overdreven emoties
â–¢ gedragsproblemen

Mogelijke sterke kanten

geheugen
â–¢ uitstekend lange termijngeheugen als het gaat om ervaringen

verbale vaardigheden
â–¢ vlot taalgebruik
â–¢ goede woordenschat

sociale vaardigheden
â–¢ groot doorzettingsvermogen
â–¢ inlevingsvermogen

 

Wat moet je doen en wat niet?

DO’S

accepteren
 Aanvaard dat de leerling een probleem heeft en toon begrip. Laat voelen dat je gelooft in de leerling. 

stimuleren en begeleiding
 Motiveer en leg nadruk op talenten!
 Structureer de leerstof en het leergedrag.
 Leer kernwoorden markeren. Vat de hoofdzaken samen.
 Gebruik heldere taal en geef duidelijke opdrachten!
 Leer de leerling ‘hulp’ te vragen.
 Controleer regelmatig de agenda.
 Zorg dat alleen het nodige schrijfmateriaal op de bank ligt.

compenseren
 Sta alle hulpmiddelen toe die de ‘zelfredzaamheid’ vergroten. Laptop, rekenmachine, strategiekaarten.
 Laat een liniaal/geodriehoek gebruiken met een handgrip of antislipstrip.
 Gebruik voor cijferen en wiskunde ruitjespapier: dit vergemakkelijkt het onder elkaar schrijven van cijfers.
 Leer werken met tekstverwerking en spellingcontrole.
 Geef meer tijd (min. 30%) bij taken en toetsen.
 Bied schema’s en geheugensteuntjes.
 Bied instructie stap voor stap aan. 

dispenseren (vrijstellen) 
Geef vrijstelling van bepaalde eisen (bv. geen spellingfouten tellen, afwijkingen tot 3 à 4 mm bij het tekenen tolereren).
 Laat minder oefeningen maken.
 Geef een vervangingsopdracht bij sportactiviteiten als het sporten voor veel hilariteit bij de andere leerlingen zorgt en de leerling dit niet aankan.
Dwing de leerling ook niet om bijvoorbeeld mee te dansen op het schoolfeest, maar laat hem aankondigen.

DON’TS

begeleiding en aanpak
 Spellingfouten aanrekenen.
 Lange schrijfopdrachten geven.
 Veel tekst laten overschrijven van het bord.
 Meerdere opdrachten tegelijk geven.
 Lange schrijfopdrachten geven.
 Grote toetsen kort van tevoren aankondigen.
 Alleen schriftelijk overhoren.
 Dictees laten meedoen ver boven het niveau.
 Toetsen laten leren uit schriften of nota’s die niet gecorrigeerd zijn. 

taalgebruik
 Lange en complexe instructies geven.
 Zeggen of schrijven: ‘Je hebt niet geleerd.’ Wel: vraag hoe hij of zij iets gedaan of geleerd heeft.

gedrag
 Zware sancties stellen als de leerling te laat komt of iets vergeten is.
 Verwachten dat de leerling zelfstandig kan plannen.
 De leerling vergelijken met zijn klasgenoten.

materiaal
 Teksten met onoverzichtelijke lay-out.
 Een onduidelijke kopie geven.
 Geschreven opgaven of toetsen (wel getypt en overzichtelijk). 
 Cursus op veel losse bladen en in verschillende mappen.

Vakken die problemen kunnen geven

  • Nederlands: moeizaam overschrijven, veel overschrijffouten, spellingproblemen (concentratie voor lettervorming en -verbindingen vraagt alle energie)
  • Wiskunde: tafels en eenvoudige bewerkingen niet automatiseren, gebruik van materialen (gradenboog, passer) en schetsen of tekenen van figuren is moeilijk, problemen met ‘lezen’ van ruimtelijke figuren, voorstellingen, indelingen, enz.
  • Vreemde talen: zinsbouw en zinsontleding kunnen problemen geven
  • Aardrijkskunde: kaart lezen, oriëntatie, reliëfvoorstellingen
  • Lichamelijke opvoeding: oefeningen met snelle opeenvolgingen, evenwicht, coördinatie

Dyspraxie in beeld

Nuttige links

– www.dyspraxis.be | Ouderwerkgroep voor kinderen met DCD
– www.sprankel.be | Voor ouders van normaalbegaafde kinderen met leerproblemen
– www.klascement.be | Platform voor leraren om inspiratie te delen
– www.siho.be | Ondersteunt Vlaamse hogescholen en universiteiten bij het verbeteren van de participatie van studenten met functiebeperkingen
– www.adibib.be | Digitale leer- en werkboeken voor leerlingen met een beperking in schriftelijke communicatie
– www.luisterpuntbibliotheek.be | Vlaamse openbare bibliotheek voor personen met een leesbeperking

Doelgroep
Leeftijdsgroep
Leeftijden
Vakken
Thema's
Thema's