1.1 Vanuit Inclusief onderwijs en UDL
Universal Design for Learning of UDL geeft de leerkracht en de school een krachtig beeld van hoe je onderwijs kan realiseren dat oog heeft voor diversiteit en differentiatie. Meer lezen over UDL? Raadpleeg Universeel ontwerp in de klas en op school: op stap naar redelijke aanpassingen van Meirsschaut, Monsecour en Wilssens.[1] Pas het model toe in alle klassen en graden van je eigen school.
1.2 Leersteun
Als de brede basiszorg en verhoogde zorg niet volstaan en uitbreiding van zorg nodig is, of als een leerling een individueel aangepast curriculum volgt of een traject volgt met een OV4-verslag, dan kan een school voor gewoon onderwijs vanuit het leersteuncentrum extra ondersteuning en expertise aanvragen.
Leersteuncentra werken samen met partners om kwaliteitsvolle ondersteuning te kunnen bieden. Ze werken samen met de scholen gewoon onderwijs voor het bieden van leersteun. In concrete leersteuntrajecten is er steeds samenwerking met de leerling, de leerkrachten en de ouders.
Leersteun wordt zowel leerlinggericht, leerkrachtgericht als schoolteamgericht ingezet.
Het decreet omvat maatregelen op 3 domeinen:
- Maatregelen voor het gewoon onderwijs, met focus op een sterke brede basiszorg en verhoogde zorg in de scholen.
- De uitbouw van een duurzaam leersteunmodel voor kwaliteitsvolle leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs.
- Maatregelen voor buitengewoon onderwijs met focus op kwaliteit en meer afstemming tussen gewoon en buitengewoon onderwijs.
Met als doelstelling maximale ontplooiing, leerwinst, welbevinden, zelfredzaamheid en volwaardige participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die beschikken over een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag. Leersteuncentra kunnen advies geven in het gebruik van redelijke aanpassingen en leerlingen ondersteunen om bijvoorbeeld ADIBoeken en voorleessoftware te leren gebruiken.
Elke school voor gewoon onderwijs kiest een leersteuncentrum waar ze mee samenwerkt.
1.3 Zorgcontinuüm: ondersteuning vanuit CLB
- 0: brede basiszorg. De school stimuleert de versterkende factoren, volgt leerlingen systematisch op en werkt actief aan de vermindering van risicofactoren.
- Fase 1: verhoogde zorg. Je school neemt extra maatregelen die ervoor zorgen dat de leerling met specifieke onderwijsbehoeften het gemeenschappelijke curriculum kan blijven volgen zoals remediëren, differentiëren, compenseren en dispenseren.
- Fase 2: uitbreiding van zorg. Het CLB krijgt een actieve rol en onderzoekt wat de leerling, de leraren en de ouders kunnen doen en wat zij nodig hebben. Het CLB stelt nadien eventueel een GC-verslag op, waarin het de nood aan leersteun motiveert. Dan kan de school leersteun vanuit het leersteuncentrum inschakelen.
- Fase 3: een individueel aangepast curriculum (IAC) of een OV4-verslag krijgen wanneer er een zeer intensieve ondersteuningsnood is en er doorgedreven aanpassingen nodig zijn om de leerling het gemeenschappelijk curriculum te laten blijven volgen. Handelingsgericht werken.
Een zorgcontinuüm uitbouwen betekent ook dat de school handelingsgericht werkt (HGW). Zo streeft ze naar kwaliteitsvol onderwijs en doeltreffende leerlingenbegeleiding.
- De onderwijsbehoeften centraal: je vraagt je af wat de leerling nodig heeft om doelen te bereiken.
- Afstemming tussen leerlingen, leerkrachten, ouders en de school.
- Jij als leerkracht speelt een belangrijke rol bij de positieve ontwikkeling van de leerling.
- De focus ligt op de positieve aspecten van leerlingen, leerkrachten, de school en de ouders.
- Samenwerken met leerlingen, leerkrachten, de school en de ouders is noodzakelijk.
- Je formuleert doelen en bekijkt wat er nodig is om die doelen te bereiken.
Je werkt systematisch, in stappen en transparant.
[1] Meirsschaut, Monsecour and Wilssens, “Universeel ontwerp in de klas en op school”, https://ahscdn.be/sites/default/files/2023-05/1.universeel_ontwerp_in_de_klas_en_op_school._op-stap_naar_redelijke_aanpassingen.pdf
Reacties