Les 4 of 7

Do’s & Don’ts

DO’S

Accepteren
 Laat voelen dat je in de leerling gelooft
 Neem de zorgen en inbreng van ouders ernstig
Aanvaard dat niet alle hoogbegaafden op dezelfde manier functioneren (verstandelijk, sociaal, emotioneel, enz.)
 Luister actief, zelfs als de leerling lijkt door te drammen

Stimuleren en begeleiden
 Motiveer en leg nadruk op talenten
 Zorg dat de leerling meermaals per dag iets kan leren
 Maak duidelijke afspraken over wederzijdse inzet en timing
 Bied uitdagende opdrachten en inhouden aan
 Leg de lat hoog en maak bij de evaluatie onderscheid tussen inspanning en resultaat
 Leer ‘doorzetten’
Moeilijke opdrachten en ‘veel leerstof’ moeten af en toe!
 Begeleid teleurstelling bij falen. Deze leerling heeft faalervaringen nodig!
 Voorzie dat leerlingen af en toe met elkaar kunnen werken (bv. in een kangoeroeklas)
 Waardeer de leerling en daag positief uit 

Compenseren/dispenseren
 Vermijd onnodige instructie
 Compact (leerstof op kortere tijd aanbieden, waardoor er ruimte komt voor verdiepen en verbreden)
 Verdiep (dieper en anders ingaan op een onderwerp dan de methode doet)
 Verbreed (leerstof buiten het reguliere programma aanbieden)
 Versnel indien nodig (in versneld tempo laten doorlopen van de schoolperiode)
 Beoordeel aanvullende taken en geef feedback 

Leren leren
 Maak de leerling bewust van de eigen leermethodes en leerstijl. Help die te verbeteren
 Check of de leerling ze ook zo toepast
 Leer stilstaan bij belangrijke kernwoorden
 Leer de leerling hulp vragen
 Check of de opdracht gelezen/gehoord en begrepen is

DON’TS

Begeleiding
 Uitspraken zoals “Als je dan toch zo slim bent…”
 Uitspraken over “de hoogbegaafden”. (Zij verschillen heel sterk onderling én weten dat.)
 Redeneringen afdoen als niet ter zake
 Levensvragen die de leerling ter sprake brengt uit de weg gaan
 Verwachten dat de leerling bewijst dat hij een voorsprong heeft
 De spontane ontwikkeling van de leerling afremmen
 De leerling buiten de klasgroep plaatsen

Aanpak en begeleiding
 Meer van hetzelfde: de leerling herhaling na herhaling laten ondergaan
 De leerling niet aan bod laten komen omdat je weet dat hij het toch al kent
 Vrijblijvendheid van aanvullend werk
 Denken dat versnellen op zich afdoende is
 Er van uitgaan dat de beschikbaarheid van uitdagend materiaal alleen voldoende is voor een hoogbegaafde leerling
 De leerling als zuiver hulpje inschakelen. wel: bijvoorbeeld als coach van medeleerling Onrealistische verwachtingen stellen (bijvoorbeeld verwachten dat ze al hun problemen zelf kunnen oplossen) 
 Verwachten dat de leerling op alle vlakken even sterk is 
 Elk eigen initiatief de kop indrukken
  Aanvaarden dat de leerling zich aanpast aan de gemiddelde klasnorm 

Gedrag 
 ‘Waarom? Daarom!’ Wel: uitleg geven bij geboden en verboden
 De leerling als een lastpak benaderen, hem als storend labelen (dat kan pesten in de hand werken)
 De leerling aanmanen ‘gewoon’ te doen