Les 6 of 7

Veelgestelde vragen

Is dyslexie een leerprobleem of een leerstoornis?

Dyslexie is een leerstoornis of een primair leerprobleem. Dit betekent dat dyslexie niet veroorzaakt wordt door factoren in het onderwijs of door een ander onderliggend probleem bij het kind. De oorzaak van deze leerstoornis is te zoeken in de specifieke vaardigheden die het kind nodig heeft om te leren lezen en spellen. Deskundigen vermoeden dat de oorzaak gelegen is in problemen bij het verwerken van taalklanken (fonologische verwerking). Deze problemen zijn aangeboren en vaak ook erfelijk. Bovendien zijn ze ook zeer hardnekkig. Dyslexie gaat dus niet over, maar je kan er wel goed leren mee omgaan. Adequate hulp zo vroeg mogelijk in de leesontwikkeling is daarbij zeer belangrijk.

Komt dyslexie vaak voor?

Grofweg 5 à 7% van de leerlingen van een gewone school heeft dyslexie. Let op: niet elk leesprobleem is te wijten aan dyslexie!

Op welke signalen kunnen we letten?

1. Leesproblemen
Kinderen met dyslexie moeten vaak nadenken over de koppeling tussen het letterteken en de klank. Ze lezen dus trager dan normale lezers.

Meestal merk je dyslexie pas op als het kind luidop leest. Het kind leest onnauwkeurig en blijft hardnekkige letters verwarren. Verder heeft het kind veel problemen met het lezen van een ander schrift (v.b. handschrift of cursief schrift). Dit heeft als gevolg dat lezen erg vermoeiend is voor het kind en het dus niet lang aan een stuk kan lezen.

Deze problemen met de leestechniek zijn zowel een rem voor de schoolactiviteiten als het leven buiten de school.

2. Spellingproblemen

Bij spelling keren we de zaken om. Het kind hoort een woord en moet die klanken omzetten in symbolen op papier. Kinderen met dyslexie kunnen niet onthouden hoe je woorden schrijft, ook al oefen je die dikwijls in. Ook zal het kind voortdurend twijfelen aan woorden en zichzelf verbeteren, wat vaak voor een knoeiboel zorgt. Schrijven en denken gaan vaak dus niet samen, waardoor het kind te traag werkt.

Kinderen met dyslexie hebben het ook moeilijk met:

  • foutloos overschrijven van het bord
  • het volgen bij dictees of bij het noteren
  • netjes schrijven, ze hebben vaak een slordig geschrift

Dit alles met onvolledige nota’s als gevolg.

Wanneer heeft iemand dyslexie?

Men spreekt van dyslexie als er voldaan wordt aan drie criteria:

1.  Achterstandscriterium

Er is een ernstige achterstand bij de automatisering van de specifieke basisvaardigheden lezen en/of spellen. De vorderingen van de lees- en spellingvaardigheden van het kind worden vergeleken met wat men normaal van het kind kan verwachten op die leeftijd én na zoveel weken, maanden, jaren les in lezen en spellen.

2.  Hardnekkigheidscriterium

Het probleem is hardnekkig en blijft bestaan, ook wanneer het kind passende remediërende instructie en oefening krijgt.

3.  Exclusiviteitscriterium

Andere problemen mogen de vastgestelde hardnekkige achterstand niet volledig verklaren. Ze kunnen wel samen voorkomen. Daarom gaat men parallel onderzoeken of er geen andere problemen (mede) oorzaak zijn van de achterstand en de hardnekkigheid. Deze bijkomende problemen kunnen dus aanwezig zijn, maar mogen niet volledig de lees- en spellingproblemen verklaren om van dyslexie te spreken.

Meer weten? Ontdek ons diagnostisch centrum!

Wie mag dyslexie vaststellen?

Bij vermoeden van dyslexie worden de kinderen uit de risicogroep doorverwezen naar het CLB of naar gelijkaardige externe diensten.

Dit vraagt ervaring in het observeren en systematiek in het onderzoek.

Ook wij doen diagnoses! Ontdek ons diagnostisch centrum

Hoe kan je als ouder helpen?

Tips:

Een ouder is in de eerste plaats ouder en geen leerkracht. Tijd maken om samen te ontspannen en de ouder–kind-relatie te bevorderen is dus de boodschap. Doe dus ook andere leuke dingen met je kind en praat niet de hele tijd over school.

Probeer zelf zoveel mogelijk te weten te komen over dyslexie. Dit kan door er veel over te lezen of je aan te sluiten bij zelfhulpgroepen.

Zoek indien nodig gespecialiseerde hulp voor je kind. Niet alleen voor de studies maar ook voor het welbevinden. Zorg dat je kind een goede uitleg krijgt over wat dyslexie nu juist is, zonder het te problematiseren. Bespreek met het kind mogelijke ondersteuningsmaatregelen.

Een kind dat wel goed in zijn vel zit, zal meer zelfvertrouwen hebben:

  • geloof in je kind, stimuleer je kind. Leg geen druk op je kind. Kijk naar de talenten.
  • beloon je kind voor de inzet, eerder dan voor de resultaten.

Zorg voor goede contacten met de school, ga mee in constructief overleg.

Indien er toch problemen zijn, kan je ook de raad en de steun vragen aan organisaties als:

Reacties

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *